Jikke de Ruiter

Steentje in de schoen

“We zijn allen schuldig, en ik nog meer dan een ander.” Dit citaat uit De Gebroeders Karamazov van Dostojewski, krijg ik maar niet uit mijn hoofd. Terwijl ik de eerste lentezon proef en de vreugde in mijn hoofd zou moeten schallen, zeurt bij mij schuld. Irritant en ongemakkelijk als een steentje in mijn schoen.

Mijn hond is niet lekker. Ik kan niet ontdekken wat er aan de hand is totdat ik de haren van zijn voorhoofd haal: een ontstoken oog. Ik heb het te druk; werk gaat voor; gezin gaat voor; het is maar een hond; het geneest vanzelf wel. Daarna vangt de dag aan met zijn dagelijksheid. Alles loopt weer. Er zit echter wel een steentje in mijn schoen.

Ik ben klaar met een coachingtraject. Het budget is op. De klant is een uitgestotene; een balling. Zijn hele biografie kenmerkt zich door ‘er niet bij te horen’; niet mee te kunnen spelen. We hebben samen de spelregels onderzocht en geprobeerd het spel te doen. Lukte ons aardig. Lukte alleen nog steeds niet op de werkvloer, in zijn gezin, in zijn familie. En ik snap dat: ik vond het al een opgave om met de man samen te spelen. Na zijn vertrek blijft ongemak. Totdat er een nieuwe klant komt. We werken prettig samen. Maar er zit wel een steentje in mijn schoen.

Ik loop van kantoor naar huis. Er is een boom gekapt in het park. Ik zie het maar wil me er niet mee bezig houden. Er zijn andere werken te doen. Maar toch, waarom is ie omgekapt? Ik loop door; met nog weer een steentje in mijn schoen.

En dan heb ik het nog niet eens over de zwerver die met kapotte handschoenen me een krantje wil verkopen, mijn buurvrouw die haar verhaal kwijt wil, mijn zus die een ongeluk heeft gehad, mijn oom die dement zijn leven zit uit te zitten…

En terwijl ik nu in de zon zit, voel ik daar al die stenen in mijn schoen. Het lied van schuld zingt door mijn hoofd:

´Ik ben aan jou voorbij gegaan. Ik heb iets nagelaten dat maakt dat jij nog steeds niet je wezen kunt zijn. Ik heb je niet herkend en ben langs je heengegaan.´

Het steentje in de schoen, ofwel de ‘scrupule’, is de metafoor die de filosoof Levinas gebruikt voor de fysieke ervaring van onze verantwoordelijkheid wanneer de kwetsbare ander of het andere zich aandient. Deze verantwoordelijkheid is niet een zelfgekozen verantwoordelijkheid vanuit het idee dat we wat bij te dragen hebben met onze talenten en wijze analyses. Nee, helaas. Het is een verantwoordelijkheid die niet gewenst is, die overvalt, die mij kiest, waardoor ik moet stoppen met mijn weg te gaan. Het voelt als ongemak, irritatie, ja zelfs als pijn. Niet als roeping. En vervolg ik toch mijn weg, dan blijft dat zeuren: het steentje, de schuld.

Deze schuld is niet een calvinistische of katholieke schuld in de betekenis van zondig zijn. Nee. Deze schuld zit in het bestaan van de mens gebakken. Iedere keuze zorgt ervoor dat je aan iets of iemand anders voorbij gaat. Daarom lopen we doorgaans met steentjes in onze schoenen. En ik nog meer dan een ander.

Comments are closed.